In februari 2022 viel Rusland Oekraïne binnen. Nog geen vier dagen later was een eerste groep Oekraïense vluchtelingen onderweg naar het Overijsselse Kampen, waar een uniek samenwerkingsverband van kerken en een welwillende gemeente de Oekraïners onderdak en opvang bood.
Ruim twee jaar later is hun toekomst ongewis. Wat betekent dit voor hen? En hoe moet de gemeente navigeren en anticiperen op de toekomst terwijl er nog zoveel onduidelijk is? Om dat inzichtelijk te maken, vroeg de gemeente Kampen ons om verschillende toekomstscenario’s te onderzoeken. Adviseurs Samar Nafie, Koen van Wijk, en Carolien Bosshardt delen hun ervaringen over dit bijzondere project.
Lessen uit het verleden
Carolien: ‘Toen we begonnen aan dit project, zijn we allereerst in de literatuur gedoken. We hebben zorgvuldig aandacht besteed aan de bureaustudie omdat we wilden weten hoe eerdere migrantengroepen zich in Nederland ontwikkelden, wat de problemen waren waar zij tegenaan liepen en wat vluchtelingen beweegt om te blijven of terug te keren. Al snel herkenden we een patroon waaruit we lessen konden trekken voor de gemeente Kampen.’
Koen: ‘We zagen bijvoorbeeld dat tijdelijke opvang vaak resulteert in een permanent verblijf. Het is een illusie om te denken dat ontwortelde mensen uiteindelijk allemaal teruggaan naar het land waar ze vandaan zijn gevlucht. Een deel van de mensen die in de jaren ‘90 uit voormalig Joegoslavië is gevlucht, keerde bijvoorbeeld nooit terug. Dat zijn verwachtingen waar je als gemeente rekening mee moet houden en die we dan ook hebben meegenomen bij het invullen van die scenario’s.’
Twee onzekerheden, vier scenario's
Samar: ‘Al snel konden we twee factoren aanwijzen die wat ons betreft het meest bepalend zijn voor de vraag hoe de toekomst van de opvang van Oekraïners eruit gaan zien. De eerste - niet verassend: het verloop van de oorlog. De tweede: de vraag welke verblijfstitel Oekraïners hebben in Nederland. Op dit moment hebben zij een tijdelijke verblijfsvergunning vanuit de EU, die meer onzekerheid geeft dan een eventuele toekomstige permanente status.'
‘Deze twee onzekerheden konden we tegen elkaar uitzetten als assen, waaruit vier scenario’s ontstonden. Elk van de vier scenario’s zijn we vervolgens gaan invullen door te kijken naar de gevolgen op een aantal gebieden: draagvlak onder inwoners en vrijwilligers, zorg, werk, huisvesting, integratie en onderwijs.’
Scenario’s voor de toekomst
Koen: ‘Vervolgens zijn we in gesprek gegaan met allerlei mensen: ambtenaren van de gemeente, mensen van de kerken en andere vrijwilligers, en met Oekraïners zelf. Hoe zien zij het voor zich als de oorlog nog langer voortduurt? En als de verblijfstitel uiteindelijk wel -of juist niet- tijdelijk blijft? Wat zijn de praktische implicaties voor de gemeente? Wat zijn de gevolgen voor het mentale welzijn van de Oekraïners?’
Samar: ‘Op basis van alle input konden we de vier scenario’s verder gaan inkleuren. In het eerste scenario, waarin de oorlog eindigt en de verblijfstitel tijdelijk blijft, is de verwachting bijvoorbeeld dat het draagvlak afneemt. Gevolg daarvan is dat er minder vrijwilligers beschikbaar zijn. Omdat de 'Kamper aanpak' juist draait op de inzet van vrijwilligers, zou dat direct gevolgen hebben voor de beschikbare voorzieningen.'
'Want als het de kerken niet langer lukt om voldoende (kleinschalige) opvanglocaties te realiseren én mensen te vinden die de Oekraïners begeleiden bij hun integratie in de gemeente, dan is het de verantwoordelijkheid van de gemeente om die taken op te pakken. Maar of die daarvoor genoeg capaciteit heeft, is nog de vraag.’
Carolien: ‘Bovendien zouden Oekraïners in dit scenario moeite kunnen hebben met het vinden van een (vaste) baan op niveau, omdat het voor werkgevers minder aantrekkelijk is om in hen te investeren vanwege de onzekerheid van hun verblijfstitel. De druk op medische zorg zou door de terugkeer van een deel van de mensen kleiner worden, maar de behoefte aan mentale ondersteuning van de mensen die blijven juist gróter, vanwege de opgebouwde spanning en de onzekerheid rondom hun verblijfstitel in Nederland. Zo hebben we voor elk van de scenario’s ingevuld wat de mogelijke gevolgen zijn en uitgetekend waar het voor de gemeente nu al slim is om op te gaan anticiperen.'
Het grote belang van draagvlak
Samar: ‘Een van de rode draden die door alle scenario’s loopt, is het belang van draagvlak. In Kampen is de rol van kerken en andere vrijwilligers heel groot en heel bijzonder geweest. De kerken hadden via een project al contacten in Oekraïne op het moment dat de oorlog uitbrak. Vrijwilligers zijn toen in busjes naar Oekraïne gereden om die mensen op te halen. Ze zijn het gewoon gaan doen. Op basis van liefdadigheid vanuit hun gemeenschap kon Kampen toen in heel korte tijd kleinschalige opvang voor deze groep optuigen.'
Koen: ‘Maar, de inzet van zoveel bevlogen vrijwilligers is wel een belangrijk aandachtspunt voor de gemeente. Want de opvang maar ook de begeleiding van Oekraïners is grotendeels afhankelijk van de energie en motivatie van individuen. Wat gebeurt er als de oorlog eindigt en mensen terug kunnen maar dat niet doen? Of als de oorlog nog jaren voortduurt maar mensen vanwege psychische problemen wel mogen maar niet kúnnen werken? Om allerlei redenen is het behoud van draagvlak geen vanzelfsprekendheid. Dat is in Kampen meer dan op andere plekken iets om goed in de gaten te houden. Een belangrijke aanbeveling van ons was daarom om enerzijds in te zetten op het behoud van draagvlak maar ook heel duidelijk in kaart te brengen wat er nodig is op het moment dat de inzet van vrijwilligers wegvalt.’
Aangrijpende gesprekken
Carolien: ‘Wat ons alle drie opviel, was hoe veel onzekerheid en onduidelijkheid er leefde bij de groep Oekraïners die we spraken voor ons onderzoek. Over de vraag wie hun opvang betaalde bijvoorbeeld en of ze die kosten ook zelf moesten gaan vergoeden. Maar we kregen ook vragen als 'waar kan ik werk vinden' of 'hoe kan ik een leven in Nederland opbouwen'. We hebben de gemeente daarom geadviseerd om de informatievoorziening te verbeteren en helder te maken wat er wel en niet van deze mensen wordt verwacht.’
‘Ook voor ons was deze sessie best bijzonder. Er waren hele families gekomen, sommigen zaten met hun kinderen schoot. Ik vond het vooral heel bijzonder hoeveel mensen bereid waren om met ons te delen.’
Koen: ‘Wat mij het meest is bijgebleven, is een gesprek met een jonge vrouw en alleenstaande moeder die in Oekraïne stewardess was geweest. Haar diploma lag op het vliegveld van Cherson - maar dat bestaat niet meer. Ze sprak een hele rits aan talen, maar geen Nederlands en ze vroeg me wat ze het beste kon doen. Nederlands leren? Laaggeschoold werk? Hopen op een snelle terugkeer? Dat besef heeft wel wat met mij gedaan, dat zij niet zo lang geleden gewoon een stewardess in Cherson was en ik een adviseur in Utrecht. En dat het leven dan zo kan lopen.'
Interview: Sonja Alferink en Merel Scheltema
Tekst: Sonja Alferink
Foto's: Frank van der Most